Kleurbeschrijving van de zilverpel
Zowel voor de haan als hen geldt dat er sprake moet zijn van een zilverwitte grondkleur. Bij de Groninger Meeuw zijn de haan en de hen evenwel verschillend getekend. De haan heeft nogal eens de neiging wat geelachtige aanslag te vertonen. Het dier is dan niet meer mooi zilverwit maar crème-kleurig. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Sommigen beweren dat het komt door het voeren van teveel maïs: de kleurstof in de maïs zou het verenkleed doen verkleuren. Anderen zeggen dat het veroorzaakt wordt door het teveel in regen en zon lopen van het dier. Maar de praktijk wijst uit dat sommige fokstammen meer met deze kwaal behebt zijn dan andere. De aanleg voor verkleuren lijkt dan ook erfelijk, maar of het dier ook werkelijk verkleurt hangt af van het voer en de weersinvloeden. Het is dan ook verstandig goed te selekteren op een zuiver witte grondkleur. De ervaring leert echter dat hagelwitte dieren meestal een lichtere poot- en snavelkleur hebben. De hen heeft overigens over het algemeen veel minder last van verkleuren dan de haan. Dit komt omdat de crème kleur veelal in de specifieke sierveren voorkomt en die heeft de hen niet.
Kleurbeschrijving van de goudpel
Eigenlijk is de goudpel Groninger Meeuw identiek aan de zilverpel. Behalve daar waar zilverwit geschreven staat, dienen we goudkleurig te lezen. Maar nu is “goudkleurig” rekbaar. Immers tussen de haan en hen is er duidelijk verschil in kleur. De haan moet goudbruin zijn. De gewenste tint levert nogal eens problemen op. We zien nogal eens dat deze te rood, te hard is. De hen is meer goudgeel, dus een tint lichter dan de haan. Bij beide geslachten dient het evenwel egaal van kleur te zijn. Het is storend wanneer deze niet egaal is, maar vlekkerig of geschift. De borst pelling bij de goudpel hen loopt vaak wat hoger op dan bij de zilverpel. Het fokken van schone, niet getekende bovenborsten behoort tot een der specifieke moeilijkheden bij de fok van de goudpel hennen. Aan de andere kant zien we het euvel van hoefijzer- vormige pellen bij de goudpel getekende dieren weer veel minder vaak voorkomen dan bij de zilverpel hennen. Een extra probleem bij de goudpellen vormt de donkerbruine oogkleur. Hanen met de juiste oogkleur zie je steeds vaker verschijnen.
Een enkele opmerking over de citroenpel
Goudpel en zilverpel getekende dieren worden soms wel met elkaar gekruist met het doel scheikuikens te fokken. Het is een gegeven dat een fokzuivere goudpel haan gepaard aan een fokzuivere zilverpel hen, goudpel hennen en zilverpel hanen als nakomelingen krijgen. Reeds bij de geboorte is al te zien welke de haantjes en welke de hennetjes zijn. Wordt er met deze dieren onderling weer gekruist, dan kan dit citroenpel kuikens opleveren. In feite hebben we hier te maken met een verdunde kleur goud. Zowel bij de Friese als bij de Assendelftse hoenders komt de citroenpel voor en deze is bij de eerstgenoemde ook erkend. Het grote probleem bij de citroenpel is de juiste kleur van de hanen. Deze vertonen als regel een veel te rode kleur op de schouders. De hennen daarentegen laten veelal een mooie citroengele kleur zien, waarbij het kontrast met de zwarte pelkleur velen aanspreekt. De citroenpel is bij de krielen sinds enkele jaren ook erkend.
Uit: De Groninger Meeuw
door Bert Mombarg
Erkenning grote Groninger Meeuw Citroenpel is een feit
De erkenning van de grote Groninger Meeuw Citroenpel is vanaf 1 februari 2008 officieel. Op verschillende tentoonstellingen waren er al mooie dieren. De fokkers W. van Dijk (oude haan), D.J.J. van Keulen (oude hen), Comb. Hofmeijer (jonge haan) en Tj. Van Duinen (jonge hen) hadden een mooie selectie op de Noordshow te Zuidlaren ter erkenning aangeboden. Ook B. Veerman heeft zijn bijdrage hieraan geleverd.
Het is na jaren van inspanning gelukt om ook de groten erkent te krijgen. Eindelijk kunnen we op de shows nu predikaten zien in plaats van NE. Alle fokkers die zich hiermee bezig gehouden hebben hartelijk dank daarvoor.
En ook Elze Zwama willen wij bedanken voor de hulp bij het uitzoeken van een mooie collectie.